Coöperatieve spellen die je altijd kan spelen
Oorspronkelijk hebben we deze spellen opgeschreven voor gebruik in coronatijd, maar het blijven leuke spellen om te spelen.
Dobbelsteen & bal
Auteur: Jim Deacove
Vertaald door: Anne Mijke van Harten
Leeftijd: vanaf 6 jaar
Aantal spelers: 2-10
Doelstellingen: een coöperatief spel waarbij geluk en behendigheid een rol spelen, op een speelse manier bezig zijn met optellen en aftrekken.
Benodigdheden: een dobbelsteen (klein of groot; groot is makkelijker, klein moeilijker). Een tennisbal of bal. Papier en pen.
2 – 4 spelers
De spelers zitten op hun knieën in een cirkel. Houd onderling 1,5 meter afstand. De dobbelsteen ligt in het midden. De afstand van de spelers naar de dobbelsteen moet ongeveer 1 tot 1,5 meter zijn (maar kan gevarieerd worden, naar moeilijkheid). Om beurten proberen de spelers nu de dobbelsteen te raken door de tennisbal erheen te gooien. Rol de bal weer naar degene die nu aan de beurt is. Denk aan de basisregel van 1,5 meter afstand! Als de dobbelsteen geraakt wordt, wordt het aantal punten dat de dobbelsteen aangeeft, bij de groepsscore opgeteld. Als de dobbelsteen wordt gemist, wordt de score van het groepstotaal afgetrokken. Iedereen in de cirkel mag 3x gooien, daarna wordt gekeken wat de score is. Kunnen jullie de groepsscore verbeteren?
2 – 10 spelers
Wil je met meer spelers spelen en meer bewegen speel dan met een grote dobbelsteen en een voetbal en een grote afstand van de spelers tot de dobbelsteen. Zorg steeds dat jullie onderling minimaal 1,5 meter afstand houden!
Hink, stap, sprong
Auteur: Jim Deacove
Vertaling: Anne Mijke van Harten
Aantal spelers: 2-10
Benodigdheden: elke speler een stokje of steentje
Speel dit spel buiten.
Doelstelling: dit spel is bedoeld voor lichaamsbeweging en onderlinge samenwerking.
Maak een startlijn. Een eenvoudige lijn op de grond of een stokje is voldoende. De spelers pakken elke een stokje of steentje en gaan achter elkaar in de rij staan (houdt 1,5 meter afstand) en kiezen samen een punt op enige afstand, zoals een lantaarnpaal, een boom – of iets dergelijks. Bepaal samen wie begint en geef elke speler een nummer.
De eerste speler doet vanaf de startlijn een hink-stap-sprong en houdt daarbij het stokje of steentje vast. Het punt waarop de eerste speler landt legt hij/ zij het stokje of steentje neer. Dit is het startpunt voor speler 2. Speler 2 doet een hink-stap-sprong en legt waar hij/zijn landt zijn/haar steentje neer. Vanaf dit punt begint speler 3, en zo verder. Als het eindpunt na de laatste speler nog niet bereikt is, begint speler 1 overnieuw, totdat het punt bereikt is. Alle spelers wandelen – op gepaste afstand – mee met de springers en als het punt samen bereikt is kan een nieuw punt gekozen worden.
Leuk om te doen: verzin bij elk nieuw spel een andere sprongsoort.
We hebben iemand in gedachten
Auteur: onbekend
Regels opgeschreven door: Max Hirschel
Aantal spelers: 2-6
Doelstellingen: In dit spel leren de spelers naar elkaar luisteren en prikkel je creativiteit door steeds van je bestaande idee af te stappen.
Eén iemand begint met iemand in gedachten. En hij vertelt de beginletter van die naam. De andere spelers stellen vragen die met ja of nee beantwoord kunnen worden. Zodra er een ja wordt gegeven, neemt die speler het antwoord geven over. Zo kan het zijn dat de persoon waar je samen aan denkt meerdere keren wisselt. Uiteindelijk zijn alle spelers het met elkaar eens aan wie ze denken.
Voorbeeld.
Speler 1: de Letter J, raad maar (hij denkt aan James Bond)
Speler 2: is het een man? -> Ja
Speler 2: De tweede letter is een A (hij denkt aan Jan Smit)
Speler 1: Is het een spion? -> Nee
Speler 3: Is het een Nederlander? -> Ja
Speler 3:De derde letter is een A (hij denkt aan buurjongen Jaap)
Speler 1: is het een zanger? → nee
Speler 2: Kennen we hem? → Ja
Speler 2: De vierde letter is een P (hij denkt ook aan de buurjongen)
Speler 1 en 3: is het JAAP?
Eventueel met bonus. Als je denkt dat je allebei hetzelfde denkt, zeg je dat door een leuk woord te roepen. Zoals Omgekeerd.
Straatmandala
Bedenker: Elke Wong Lun Hing
Bewerking: Anne Mijke van Harten
Benodigdheden: grote spijker, stoepkrijt, touw
Speel dit spel op een (school)plein.
4-8 spelers
Neem een grote spijker, maak hieraan een touw van 2 meter vast, steek de spijker tussen de stenen. Maak een stuk stoepkrijt vast aan het touw op 50 cm afstand van de spijker. Krijt nu met deze ‘passer’ een grote cirkel (met diameter van 1 meter). Maak voor elke speler zo’n cirkel op ruim 1,5 meter of meer afstand van elkaar. Verdeel elke cirkel in 6 taartpunten. Elke speler gaat bij zijn cirkel staan met een paar kleuren stoepkrijt.
1 speler begint en tekent een eenvoudige vorm of lijn in een van de taartpunten. De andere tekenen dit ook in hun cirkel op dezelfde plek in de taartpunt. Daarna tekent iedereen (ook de beginspeler) deze vorm over in álle taartpunten van zijn/haar cirkel. Dan is de volgende speler aan de beurt om iets te tekenen en de anderen tekenen dit na in hun cirkels. Etcetera. Zo ontstaan vrolijke, kleurige mandala-achtige tekeningen op de stoep. Wanneer je steeds vanaf een van de zijlijnen van de taartpunten tekent, ontstaat er een mandala die lijkt rond te draaien!