Nooit meer winnen?
“Hoe ver ben je gekomen?” Een vraag die Jim Deacove (auteur van Max de kat, Prinses en nog veel meer spellen) altijd stelt. En een vraag die we tot nu toe vaak weglaten in onze spelregelvertalingen. Jim vindt het niet interessant of mensen zijn spellen winnen of verliezen. Het gaat hem erom dat mensen met plezier samen een spel spelen.
Jim Deacove is een belangrijke inspiratiebron voor Sunny Games. Eerlijk gezegd denken Steven en ik dat winnen en verliezen belangrijke onderdelen van onze spellen zijn. Zo belangrijk zelfs, dat dit element meestal nodig is om optimaal van een spel te kunnen genieten.
In dit blog neem ik je mee in onze gedachten over winnen en verliezen en hoe wij onze spellen in de wereld zetten. En aan het einde vraag ik hoe jij hier tegenaan kijkt.
Coöperatief een competitiespel spelen
Ik ben van mening dat je elk spel, competitief of coöperatief, in samenwerking kan spelen. In een competitiespel betekent dit: samenwerken met je tegenstanders. Je spreekt eigenlijk met elkaar af dat je alles op alles zal zetten om te winnen, omdat je het elkaar gunt om een zo spannend mogelijk spel te spelen. Kun je genieten van deze wederzijdse uitdaging dan maakt het niet uit wie er wint of verliest. Je wilt het liefst winnen terwijl je tegenstanders volledig hun best hebben gedaan om je dwars te zitten.
Mijn broer Axel en ik kunnen dit heel erg goed. We genieten van de trucs die we uithalen in competitiespellen en complimenteren elkaar met mooie plays. We willen allebei elkaar verslaan en als het spel klaar is, spelen we graag nog een rondje. Twee broers die het elkaar gunnen om te winnen, maar niets weggeven: dat voelt 100% coöperatief.
Toch blijkt vaak dat veel mensen (inclusief Axel en ik) dat lang niet altijd kunnen. Het is een cliché dat er met monopolieborden wordt gesmeten. En ik herinner me een spel Game of Thrones. We hadden veel moeite gedaan om een groep van zes spelers bij elkaar te krijgen voor dit 6 uur durende spel. Toch stopten we voortijdig omdat één van de medespelers na 2 uur spelen achter stond en het opgaf om serieus te spelen. Daardoor was het spel ook niet meer interessant voor de rest. Het is ontzettend moeilijk om te zien hoe je eigen plan mislukt en er dan urenlang vrolijk en coöperatief naast te gaan zitten. Als je de hoop om te winnen hebt opgegeven, moet je heel sterk in je schoenen staan om te blijven genieten van het spel en je tegenstanders positief uit te blijven dagen.
Winnen of verliezen in coöperatief spel
Wat hierboven staat is voor veel mensen herkenbaar en ook een voorname reden om voor coöperatieve spellen te kiezen. Want dan staat iedereen er hetzelfde voor. En je bent met elkaar in winst of verlies.
Neem als voorbeeld ons nieuwe spel Nisyros. In Nisyros zijn er twee overwinningen. De kleine overwinning waarbij 30% van de bewoners sterft en de grote overwinning waarin je (bijna) iedereen van het eiland redt. Elke keer als Steven en ik dit spel spelen, willen we zo veel mogelijk mensen redden. Vaak bedenken we dan tactieken die de kleine overwinning in gevaar brengen, zodat we de grote overwinning kunnen halen (we evacueren werkers nog niet, omdat we zo veel graan, hout en boten nodig hebben). Spelers worden uitgedaagd om nóg beter te spelen, om manieren te bedenken waarmee ze toch naar een grote overwinning kunnen komen. En als die grote overwinning eenmaal is behaald, kan het moeilijkheidsniveau in een volgend spel omhoog.
De lol van Nisyros zit onder andere in het winnen of verliezen van het spel. En bedenken hoe je het de volgende keer nog beter kan doen.
Maar dat zit niet in al onze spellen. Kijk bijvoorbeeld naar Prinses. Dit spel is leuk omdat je samen mag bedenken hoe je de obstakels op je reis naar het kasteel te lijf gaat. Ik geniet steeds weer van de levendige fantasie van jonge kinderen die dit spel spelen. Maar je kunt het ook als ‘kroegspel’ spelen met schuine grappen…
Prinses win je eigenlijk altijd. Er zit wel een dreiging in, want als het nacht wordt voordat je bij het kasteel bent heb je verloren. In de praktijk verlies je nooit tenzij je elkaars ideeën telkens afkeurt. Eigenlijk besluit je dan samen dat je het spel hebt verloren. En wie kiest daar nou voor? Toch is de dreiging van de ‘nachtkaarten’ voor veel kinderen een belangrijk deel in de spelbeleving.
Ander voorbeeld is Parado. Dit spel draait om het leuk aankleden van je poppetjes. Je kan het spel winnen of verliezen, maar dat maakt niet uit voor de spelervaring. Iedereen die dit spel met kinderen heeft gespeeld, weet waarom dit leuk is. Er komen allemaal grappige combinaties naar voren, de kinderen lachen zich rot en bedenken grappige verhaaltjes over waarom ze zo verkleed zijn. Winnen of verliezen maakt voor de kinderen niet uit, want daar zijn ze tijdens het spel niet mee bezig. Winnen en verliezen zit vooral in dit spel voor de ouders. Zij zijn zo gewend om te spelen met een doel, dat ze dit nodig hebben om het spel met hun kinderen te willen spelen.
Hoe komt het dat wij dit doel zo hard nodig hebben? Zou het niet fijn zijn om terug te stappen in een belevingswereld waarin het proces veel belangrijker is dan het resultaat? Zijn we met z’n allen te ver doorgeschoten naar een extreem resultaatgerichte maatschappij?
Hebben we lol gehad?
Kan je na een verloren voetbalwedstrijd met rechte rug de tegenstanders in hun ogen aankijken, ze de hand schudden en oprecht zeggen “Gefeliciteerd, goed gespeeld”? En kan je dat ook als je hebt gewonnen? Dan lukt het ook om terug te kijken op momenten waarop je succesvol hebt verdedigd, samen met je team plays hebt gemaakt en de acties van het andere team te waarderen. En dan weet je heel snel wat je de volgende keer beter kan doen.
Of zou het genoeg zijn om elke zaterdag bij elkaar te komen op een veldje om over te trappen. En dan na een uur of twee op te breken zonder dat er iemand heeft gewonnen?
En hoe werkt dit in bordspellen. Waarom wil je kunnen winnen en dus ook verliezen? Is het nodig in ieder spel? Is het überhaupt nodig?
Als wij met onze spellen willen bijdragen aan een betere wereld, moeten we dan blijven vasthouden aan het bieden van een winnen-verliezen uitdaging in onze spellen? Of bevestigen we daarmee de status quo in de maatschappij?
Misschien zouden we in al onze spelregels de volgende tekst moeten opnemen: “Heeft iedereen het naar z’n zin gehad tijdens het spel? Wat zouden we kunnen doen om volgende keer nog meer plezier te hebben samen?”
Laat een reactie voor ons achter. We zijn bezig met de toekomst van Sunny Games. En dit willen we beter snappen. Help jij ons?
Max speelt zijn hele leven al spellen. Zijn eerste Sunny Games spel was Max de Kat. En niet veel later begon hij als spellenuitlegger op beurzen. Vele jaren later ontstond er de mogelijkheid om compagnon van Sunny Games te worden. En nu zijn samenwerkingsspellen waar hij mee opstaat en mee gaat slapen.
Interessante blog. Ik houd zelf ook heel veel van coöperatief spel. En een competitief spel kun je heel vaak ook coöperatief maken. Door je instelling en soms ook de regels te wijzigen. Wat gebeurt er als niet jouw punten maar de gezamenlijke punten tellen? Dan kan het spel ineens veel interessanter en leuker worden en prettiger/creatiever verlopen.
Bij het noemen van de spellen heb ik de neiging om alle spellen te kopen. Dat zal waarschijnlijk gebeuren in etappes. Ik schrijf zelf ook blogs over educatieve middelen en boeken. Als ik weer een nieuw spel in huis heb, ga ik erover schrijven.
Ik werk als onderwijsadviseur in het basisonderwijs en adviseur jullie spellen van harte aan!
Groeten,
Peter
Dankjewel Peter. Voor bepaalde competitieve spellen denk ik wel eens dat het een gemiste kans is dat je niet samenwerkt. Bijvoorbeeld met hints of tekenspellen.
Dag Max,
Ik denk dat het voor de meeste competitieve spelen en sporten geldt dat het plezier veel groter kan worden als gezamenlijk een prestatie wordt geleverd i.p.v. elkaar te verslaan ten koste van alles. Veel topsporters zijn niet bepaald gelukkig, zelfs niet bij grote successen.
Dag Steven en Max,
Voor mij geldt dat er verschillende doelen zijn om spellen te spelen. Soms is terugkijken op het samenspel en de ingezette of bijgestelde strategieën bevredigend. Een andere keer gaat het om laten zien dat de een het spel beter, slimmer, harder speelt en dus wint (of verliest 🙂 ). Is het werkelijk een status quo in de maatschappij dat iedereen bezig is met winnen en verliezen? Of leef je zelf ook soms in de modus dat je alles op alles zet om te winnen (of shinen) en ga je in een andere situatie voor de ultieme samenwerking. Kan het naast elkaar bestaan en dat het allebei goed is en er dus op twee manieren genoten kan worden van een spel.
Misschien is dit in de spellen van Sunny Games te verwerken, dat je kunt kiezen of je samenwerkend speelt of ieder voor zich. Nisyros heeft dat in zich, je zou dan alleen nog de goederen individueel moeten kunnen scoren (met pen en papier is dat heel gemakkelijk te regelen).
Wat voegt het toe aan jullie spellen als ze op beide manieren te spelen zijn en dat spelers ervaren wat het verschil is? Misschien dat ze dan een bewuste keus kunnen maken op andere momenten.
Hallo Monique,
Ik vind dat je altijd voluit moet gaan. Want anders doe je tekort aan jezelf en de mensen om je heen. Dus dat is winnen.
Het zou met Nisyros een interessant experiment worden met jouw aanpak. Wist je dat op de website van de auteur (www.peterslaman.nl) ook nog een oude versie van zijn spelregels te downloaden is? Daarin staat nog een competitievariant.
Hoi Max en Steven,
Gisterenavond toevallig over gehad. Naar aanleiding van een stukje tekst over Franciscus van Assisi over dienen dacht ik: hoe zit dat met sport? Niks tegen lichaamsbeweging, en competitie is ook wel natuurlijk, maar perse willen winnen: eigenlijk is dat een vervelend spelletje dat je de illusie geeft dat jij de beste bent (als je wint). En even wat adrenaline. Als je met een hiërarchie van spelers gaat spelen, ontkom je niet aan fixatie op winnen. Dat wordt dan te belangrijk. Idee: het spel altijd onderdeel laten zijn van andere bezigheden: samen eten, iets anders doen. Dan stem je af op andere aspecten van je leven en van de ander.
Hallo Frits, Dat geeft al ideeën voor nieuwe soorten spellen.
Beste Max en Steven,
Het belangrijkste element van een spel is het DOEL VAN HET SPEL.
Nu zijn er 2 mogelijkheden:
= wil je individueel of met jouw groep dat DOEL bereiken, hetgeen meteen competitie met de andere(n) (groepen) inhoudt.
= wil je met iedereen samen het DOEL bereiken, hetgeen betekent coöperatief spelen.
Het idee van Jim Deacove dat alleen het spelen met elkaar voldoende leuk is / kan zijn is voor mij niet voldoende reden om aan een coöperatief spel te beginnen.
Essentieel is denk ik dat er ALTIJD een uitdaging moet zijn voor de individuele speler door of zelf te winnen of samen het maximale/optimale resultaat te bereiken.
Natuurlijk zijn er ook voldoende spelen die beide elementen in zich hebben, denk maar aan veel kaartspelen (Bridge, Klaverjas, enz.) waarbij je samenspeelt maar ook een competitie hebt.
Nu is de spellen-wereld natuurlijk vergeven van de competitieve spelen — > winnen is hartstikke leuk!
En zeker de intellectuele uitdaging van de tegenpartij moet hierbij niet onderschat worden.
Helaas (in mijn optiek) hebben coöperatieve spelen zelden dezelfde uitdagende spanning omdat het al gauw een beetje leuk meedoen wordt.
Dit kan alleen veranderen als de regels zodanig zijn (en het spelmechanisme dit toestaat) dat als een speler voor zichzelf begint of onvoldoende het DOEL in zicht houdt deze speler hiervoor in zekere mate wordt gestraft.
Maar dat in een spel inbouwen is uiterst moeilijk maar het is in mijn optiek de enige mogelijkheid om naar het grote publiek toe een coöperatief spel interessant te maken.
Fred Horn
Gelukkig zijn er steeds meer mensen die echt kunnen genieten van ‘leuk meedoen’. Anders zouden spellen als Nisyros en Pandemie niet zo’n succes worden.
Tegelijkertijd zijn we op zoek naar het coöperatieve spel waar ook Fred Horn optimaal van kan genieten… Bijvoorbeeld door in ons volgende coöp spel in te bouwen dat je zowel een gezamenlijk doel als een (geheim) persoonlijk doel hebt. Het beste resultaat is dan dat zowel het gezamenlijke doel wordt gehaald (anders heeft iedereen verloren) en dat bovendien iedereen zijn persoonlijke doel gehaald heeft.
Beste Max,
er is, naar mijn mening, niets mis met competitie en competitieve spellen. Het is heel vaak leuk om fanatiek te zijn en het uiterste uit je zelf en anderen te halen. Het hele leven zit vol met verlies. Wat er wel mis is is dat in onze westerse samenleving de nadruk heel erg ligt op competitie en concurrentie. Het is oververtegenwoordigd en we hebben te weinig oog voor de verliezers en de afhakers. Als tegenwicht is het het heel erg goed (en noodzakelijk)dat we meer aandacht geven aan samenwerking en de kwaliteiten die daar voor nodig zijn. Coöperatieve spellen en spelvormen hebben daar een belangrijke rol bij. Overigens zijn omgaan met winst en omgaan met verlies ook kwaliteiten die wel meer aan geleerd mogen worden.
groet,
Nico van Splunder