De versie met samenwerking

Ik heb me ooit laten vertellen dat Monopoly ontwikkeld is als spel om te laten ervaren waar kapitalisme faalt. En ik heb als kind zo veel Monopoly gespeeld. Soms eindigde dat huilend in de armen van mijn moeder, die zo wreed had gewonnen. En soms eindigde dat met een gevoel van trots, waarbij ik mezelf de hele tijd voorhield dat ik tot de absolute wereldtop behoorde.

Dat doen spellen met ons. En als jonge Max had ik nog niet zo goed door dat succes in Monopoly vooral wordt bepaald door het geluk van de dobbelsteen. Sinds ik bij Sunny Games aan de slag ben, vraag ik me regelmatig af hoe de coöperatieve versies van bekende spellen eruit zouden zien…

Oneerlijk Monopoly

Er is een onderzoek geweest waarin mensen een oneerlijke variant van monopoly mochten spelen. Door een munt op te gooien, werd bepaald wie de “rijke” en wie de “arme” speler was. De rijke speler kreeg meer geld aan het begin, meer geld als hij langs start kwam en een extra dobbelsteen. Uiteraard wonnen deze rijke spelers het spel. Maar er waren allerlei andere interessante dingen die gelijkertijd gebeurden:

  • De rijke speler juichte vaker
  • De rijke speler at meer van de snacks die naast het bord stonden
  • De rijke speler, dichtte zijn succes toe aan zijn eigen kwaliteiten.

Dat laatste punt is echt heel interessant. Aan het begin is door een munt op te gooien bepaald wie het spel zou gaan winnen. En de speler denkt vervolgens dat zijn keuzes in het spel het verschil hebben gemaakt.

In de eerste minuten van onderstaande TED-talk wordt het onderzoek besproken. De rest van het filmpje is ook interessant, maar ik beperk me tot het deel dat over spellen gaat.

Coöperatief Monopoly

Ik zou graag van mezelf geloven dat ik in de rol van rijke speler ervoor had gekozen om mijn geld te delen en ons beiden eerlijke kansen te geven. Maar of ik in die situatie echt zo zou handelen, valt moeilijk te zeggen. Van Steven, die toch al heel veel langer met coöperatief spel bezig is, kan ik me goed voorstellen dat hij dat wel echt zou doen.

Want je kan natuurlijk Monopoly zo spelen dat je met zijn allen het hele bord ontwikkelt. Je wint als alle huizen en hotels op zijn. Op die manier heb je samen een heel land van huizen voorzien en wordt iedereen er beter van. Geen enkele reden om door te spelen totdat één iemand alles bezit. Of wel?

Coöperatief Kolonisten

Hetzelfde gedachtenexperiment laat ik ook graag los op Kolonisten van Catan. Als het doel van het spel zou zijn om het eiland Catan zo snel mogelijk op te bouwen tot een bloeiende gemeenschap (bijvoorbeeld voor iedere speler 10 punten halen), dan verandert de manier van spelen enorm.

Als ik Kolonisten speel, draait het spel om handel. Spelers maken gebruik van tijdelijke schaarstes in het spel om monsterlijk hoge eisen te stellen. En om elkaar maar niet te hoeven helpen, is de handel met de bank van vier grondstoffen tegen één vaak een goede deal. Dat betekent dus dat er voor elke ruil 3 goed bruikbare grondstoffen verloren gaan.

Earth Game. Een coöperatief spel waarbij niet iedereen mag samenwerken.

Jim Deacove (de Canadese auteur van meer dan honderd coöps) heeft Earth Game ontwikkeld. Daarin spelen zes spelers als de zes continenten. Sommigen zijn rijk, sommigen zijn arm. En je moet met zijn allen wereldproblemen oplossen en daarvoor zal je moeten samenwerken. Maar ontwikkelingshulp mag je niet voor niets geven. De arme landen moeten betalen voor de hulp die ze krijgen (food for oil, dat was ooit een ding).

Na de eerste zes maanden mogen spelers allianties sluiten, waardoor continenten beter hulp kunnen uitwisselen en geen hoge kosten meer hoeven te betalen. Maar voordat je met zijn zessen een alliantie afsluit moet je wel bedenken dat je het spel kan verliezen als er interne strijd ontstaat. En dat wordt bepaald door een kaart in het spel, niet door hoe lief jullie met elkaar overleggen. Dus hoe los je met zijn allen de problemen op?

De uitdaging: hoe kan je verliezen?

Nou is het vast een keertje leuk om het zo te spelen, maar door alleen de doelstelling te veranderen, creëer je geen leuk spel. Misschien dat je met coöperatief kolonisten bij kan houden in hoeveel beurten het lukt om te winnen, dan kan je de volgende keer proberen om je eigen record te verbreken.

Of misschien dat de barbaren uit Steden en Ridders een bijdrage kunnen leveren om het spel interessanter te maken.

Voorlopig blijft het bij een gedachtenexperiment. Welke spellen zijn daarvoor nog meer interessant? En wat zou er kunnen gebeuren om het spel coöperatief te maken? Of misschien heb jij al ervaring met het coöperatief maken van een competitiespel. We horen het graag!

3 reacties op “De versie met samenwerking”

  1. Elske Spaa schreef:

    Ik heb recentelijk het spel “Feurio!” Gekocht op een bordspellen veiling. Er zit een versie bij genaamd “Vulkan!” Waarbij de spelers met blusvliegtuigen de bosbranden moeten blussen die ontstaan zijn door een uitgebarsten vulkaan. De speler die het meeste bijdraagt aan het blussen van een bostegel, krijgt die tegel en bijbehorende punten. Iedere blusvliegtuigen maatschappij heeft maar een beperkt aantal water ladingen. Mij lijkt het een leuke missie om allemaal samen te werken en zo het vuur in het hele bos te doven. Eventueel met minder water ladingen.

  2. Bianca schreef:

    Interessant stukje over het oneerlijke monopolie en wat (toevallige/oneerlijke) rijkdom doet met een speler. Dank je voor het delen! En succes met de ontwikkeling en verspreiding van coöperatieve spellen, mooi werk!

    • Max Hirschel schreef:

      Dankjewel Bianca. Het is ook goed wat ze in de video vertellen over rijke mensen die juist heel hard hun best doen om bij te dragen. Gelukkig speelt niet iedereen Monopoly oneerlijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *